Waarom vitaliteit niet over gezondheid gaat
en een blik werpen op je eigen geschiedenis je vitaal maakt
Het ontstaan van vitaliteit
Iedereen heeft een geschiedenis. We zijn allemaal kind geweest en hebben boodschappen meegekregen van onze opvoeders die bepalend zijn voor hoe je vitaliteit hebt ontwikkeld. Of niet. De boodschap die ik goed ken is er een die ik veel van mijn moeder hoorde. Zij maakte zich vaak zorgen om mij en mijn broer en zusjes, heel fijn natuurlijk én het heeft ook een remming gehad op hoe ik mijn vitaliteit heb ontwikkeld. De boodschappen die ze veel gaf, “Doe je voorzichtig!”, “let je wel op?” en “Niet te ver weggaan hè” kreeg ik zo vaak te horen dat ik alert werd en mijn volle energie minder durfde in te zetten. Zo krijgen we allemaal boodschappen mee die onze vitaliteit beïnvloeden. Welke ken jij?
Vitale medewerkers
In de zoektocht naar vitaliteit en vitale medewerkers richt een organisatie zich vaak op gezondheid en op vragen hoe de gezondheid te verbeteren. Nu is er niets mis met aandacht voor een gezond leven, maar vitaliteit gaat niet over gezondheid. Dat is een misverstand. Sterker nog, de keuze om het gesprek aan te gaan over gezondheid, levert vaak onaangename discussies op. Het risico dat je terecht komt in wat een collega wel en niet mag eten is groot en voor je het weet gaat het gesprek over of je in de avond wel of niet een paar frikadellen naar binnen mag werken. Die discussie wil je niet voeren. Je wilt in gesprek over vitaliteit, zo worden medewerkers, vitale medewerkers.
Natuurlijk is het zinvol om naar het menu in de kantine te kijken en te zorgen voor een gevarieerd aanbod maar met een discussie over gezondheid en voeding, pak je niet de kern van het probleem aan. Wat je wil bereiken bij alle collega’s is inzicht in vitaliteit op een dieper en meer duurzaam niveau en blijvende aandacht voor houding en gedrag.
Duurzame vitaliteit
Door de focus te leggen op het versterken van energie, veerkracht en motivatie zorg je voor duurzame vitaliteit. Zodra je investeert in deze drie pijlers van vitaliteitsontwikkeling kan een organisatie duurzaam groeien. Dat doe je door het totaal beschikbaar potentieel aan energie, veerkracht en motivatie zo in te zetten dat er een optimale balans ontstaat tussen het eigen welzijn van de collega’s en de uit te voeren (organisatie)taak. Dat eigen welzijn vormt zich in de eerste jaren van onze geschiedenis, met de boodschappen die we meekrijgen en door de omgeving waarin we opgroeien. Als je bijvoorbeeld opgroeit in een actief gezin waarin veel sportiviteit is heb je waarschijnlijk een gezonde motivatie ontwikkelt.
Energie, veerkracht en motivatie
Laten we eens verder inzoomen op de drie aspecten van vitaliteit: De eerste pijler is energie. Met energie bedoelen we kennis van en inzicht in de eigen energiehuishouding. Hoe reguleren we onze energie? Net als met een accu in een elektrische auto de vraag hoe makkelijk hij is op te laden en, na het verstrijken van de jaren, tot hoeveel procent hij nog bij te vullen is.
De volgende pijler is veerkracht. Veerkracht is de kunde om om te kunnen gaan met verandering en tegenslag. Hoe makkelijk herpak je jezelf? Hoe leer je flexibeler te zijn in elke situatie. Motivatie tot slot is de kracht om jezelf in beweging te zetten. Om de kracht te vinden om verder te willen komen en door te zetten.
Wat we ooit geleerd hebben rond de thema’s energie, veerkracht en motivatie herhalen we in het hier en nu. Vitaliteit ontwikkelen gaat via de weg terug naar de eigen geschiedenis.
De weg terug
Als we die weg teruggaan komen we uit bij de geboorte. Ieder kind wordt vol energie, veerkracht en motivatie geboren! Het wil voeding, warmte, liefde en aandacht. En het kind zorgt dat het dat krijgt. Door vol energie, motivatie en veerkracht aandacht te vragen, het soms op een schreeuwen te zetten, probeert het te krijgen waar het behoefte aan heeft. Zo leren we al vroeg onze vitaliteit in te zetten om ons doel te bereiken en daarmee tevreden te zijn. Vaak lukt dat, soms ook niet. En dan begint ook het proces waarin we iets van die vitaliteit kunnen kwijtraken. Wat als we niet krijgen waar we zo hard om schreeuwen? Wat als we structureel te weinig krijgen? Of helemaal niets krijgen? Hoe klein ook, zodra een kind merkt dat het inzetten van vitaliteit geen effect heeft, gaat het een andere tactiek toepassen. Of hij geeft het op. “Ik zet mijn energie niet meer in, het heeft geen zin”, denkt het dan. Zo leren we iets af hoe we onze energie goed in kunnen zetten en worden we minder vitaal. Later, als we opgroeien, zijn er ongewild weer momenten waarop we afleren om onze energie goed in te zetten. Hele normaal bedoelde boodschappen vanuit de opvoeder, zoals die ik van mijn moeder meekreeg, en echt niet bedoeld om ons te remmen, attenderen ons op ons teveel aan vitaliteit, “wees eens stil, je broertje slaapt!” of “Doe eens niet zo gek!” zijn voorbeelden van boodschappen die onbewust de vitaliteit remmen. Door hiernaar te kijken, hoe pijnlijk soms ook, krijg je inzicht in welke blokkades je jezelf hebt aangeleerd en kan je met dat inzicht en vanuit daar werken aan herstel om zo de energie, veerkracht en motivatie weer een boost geven!
Organisatievitaliteit
Zo ontwikkel je als organisatie vitaliteit en wordt het vanuit intrinsieke motivatie voor iedereen veel makkelijker om bewust te zijn van houding en gedrag. Zo ontstaan vitale medewerkers die vitale teams vormen en laat je vanzelf die frikadellen staan.
Allard Klok says:
Contact maken - Het goede gesprek - The Rechargery says:
Allard Klok says: