Lidmaatschap en leiderschap

Lidmaatschap komt voor leiderschap

Vorige week begeleidde ik een team rondom het thema lidmaatschap en leiderschap. Toen iedereen die ochtend binnen druppelde vertelde ik bij de begroeting hoe ik me voelde en dat ik het hele weekend ziek op bed had gelegen. Om half tien startten we met het programma. Ik kwam wat schokkerig op gang, twijfelde over mijn introductie, hoorde mezelf ineens woorden zeggen waar ik me van afvroeg waar die vandaan kwamen en moest vaker dan ik gewend was in mijn aantekeningen spieken. Ik was niet helemaal mijzelf.

Lid zijn

Nu vind ik lid zijn zelfs op een dag waarop ik fit ben al lastig, laat staan op zo’n dag waarop ik me niet fit voel, onzeker en verre van scherp. Dat maakt me kwetsbaar. Liever blijf ik daar van weg en focus me op mijn rol voor de groep, leiderschap zonder lidmaatschap lukt altijd wel. Dan hoef ik me niet te verbinden en loop ik geen risico.

Gedeeld leed

Er waren er meer die ochtend die het lastig vonden om lid te zijn. Gedeeld leed is altijd fijn en ook dat helpt in makkelijker lid kunnen zijn. Met de hulp van het team dat ik begeleidde kon ik eindelijk toegeven dat het prima is om niet helemaal top fit te zijn. Zolang je maar in contact blijft en deelt. Later in de middag vroeg ik aan de groep hoe het ging. En vooral of het oké was zoals het ging. Iedereen vond de openheid fijn en was erg blij zoals het ging. Het was fijn om te merken dat, ook als ik voor mijn gevoel minder hard werk, het team nog steeds geholpen wordt en prima verantwoordelijkheid kan dragen.

Wetten van lidmaatschap en leiderschap

Als teamleden de wetten van lidmaatschap en leiderschap kennen, versterkt dat de samenwerking, zowel onderling als in het proces met de leidinggevende. Voor die leidinggevende is de belangrijkste wet dat lidmaatschap komt voor leiderschap. Je zult eerst lid moeten worden om een goede leider te zijn.