Oefening teamopstelling

Teamopstelling

Dit is een prachtige oefening als je met een team werkt. Het geeft inzicht in systeemdynamieken die er spelen en levert thema’s op waar je met het team verder mee kunt werken. Deze oefening kan je goed met het team zelf doen.

Wat werkt?

  • Benoemen dat er meer elementen relevant kunnen zijn dan die opgesteld zijn.
  • Benoemen dat het een momentopname is. Niemand zal je vastpinnen op waar je nu staat.
  • Maak het als begeleider niet persoonlijk, dat doet een team zelf wel. Wees nieuwsgierig naar de systemische functie van ieder in het geheel.
  • Kijk je naar het geheel of de delen. Wat heeft het team nodig?
  • Wat mensen ook zeggen, ze zijn meer dan dat. Dwing niet te veel om in taal te vatten wat iemand doet en is.

Stappen

-Uitzoeken wat twee of drie relevante onderwerpen zijn die te maken hebben met het team en hun werkelijkheid nu. Bijvoorbeeld:

  1. kleinere en grotere systeem, bv team- en organisatiedoelstellingen.
  2. binnen/buiten: wij, de klant.
  3. tijdselement: waar komen we vandaan, waar zijn we nu, waar gaan we heen (ook al hebben we nog geen idee).

-Stel representanten op voor die onderwerpen. Als je nu moet kiezen, welk element zou je als eerste opstellen? Welke overwegingen? Hier heb je altijd mee te maken.

Kort bevragen. Is er relatie?

-Nodig de andere deelnemers uit tot rondlopen in de opstelling en/of tot het vinden van een plek. Waar ben je vandaag? En dat is nu, je wordt er niet op afgerekend.

-Als begeleider stel je vragen, gedurende dit proces. Voor de deelnemers om innerlijk door zich heen te laten gaan. De vragen die je stelt in een teamopstelling gaan langs de principes van binding, ordening en uitwisseling.

  1. Met welk van deze elementen voel je je meer, met welke minder verbonden. Hoe zijn je loyaliteiten? Waar hoor je meer bij (Principe van binding)
  2. Aan welk van deze elementen draag jij bij, en welk van deze elementen dragen bij aan jou? Wat is de richting van de flow en hoe sterk is die? Gaat er meer van jou naar dat of van dat naar jou (principe van uitwisseling)
  3. Op welk van de elementen kijk je neer, voel je je groter; met welke ben je ‘in oogcontact’, kun je goed mee dealen; door welke voel je je overweldigt of voel je je klein, kijk je tegen op?

-Als iedereen min of meer stil staat, geef je stem aan een aantal teamleden. Op zoek naar hun systemische functie. Als je hier staat, wat bén je voor het systeem? Dat is anders dan wat dóe je hier. Bv oogcontact maken (doen); wat ben je dan? Door deze vragen kom je uit het lineair denken. Je kunt niet meer voor of tegen zijn. Kijk eens om je heen. Benieuwd naar de plek van een van de collega’s? En bevraag ook de opgestelde elementen/onderwerpen. Het kan zijn dat ze een boodschap hebben voor het team.

-Hoe ziet het geheel eruit? En de delen?

Besef dat iedereen in het team op eigen manier aan de verschillende concepten werkt. Als we dit ervaren, welke vraagstukken voor het team poppen op.

Systemisch werken met teams

Deel deze post!

Benieuwd hoe onze programma's teams beter laten samenwerken?